Overig

Spelregels op de schop: het stakingsrecht verandert!

487

Stakingen zijn (gelukkig) geen dagelijkse kost. Maar als een werkgever er niet uitkomt met bijvoorbeeld een vakbond, kan er sprake zijn van acties om de onderhandelingen kracht bij te zetten. Deze acties zijn in de Rotterdamse haven gebruikelijker dan in andere sectoren.

In dit artikel wordt een kort overzicht gegeven van de huidige ‘spelregels’ rondom stakingen. Die zijn de afgelopen jaren flink in beweging.

Spelregels

In Nederland is geen ‘Stakingswet’. U zult dus tevergeefs zoeken naar Nederlandse wettelijke regels. Het recht om te staken volgt uit Europese regels in combinatie met rechtspraak op dit gebied. De afgelopen jaren golden er twee belangrijke ‘spelregels’ waaraan voldaan moest worden bij het actievoeren: (1) de actie moest tijdig worden aangezegd en (2) de actie moest een uiterst middel zijn.

Gezichtspunten

Deze spelregels lijken, door recente rechtspraak van de Hoge Raad, wat meer naar de achtergrond te zijn verdwenen. De spelregels hebben nog wel betekenis, maar ze gelden nu als ‘gezichtspunten’. Oftewel, als de actie niet tijdig is aangezegd wordt dit gewogen, maar is het niet langer zeker dat de actie alleen daarom al onrechtmatig is. Ook de vorm van de collectieve actie is niet beperkt. Of het nu gaat om een besmetverklaring, een solidariteitsactie, een poortblokkade of een ‘langzaamaan’-actie, dit valt allemaal onder het begrip collectieve actie. Er is uiteraard wel een grens aan de vorm van de collectieve acties. Als de acties gevaar voor mensenlevens, milieu of maatschappij opleveren, zullen deze zeer waarschijnlijk onrechtmatig zijn en worden verboden.

Verruiming voor actievoerders, maar ook voor werkgevers

De wijziging van de ‘spelregels’ in ‘gezichtspunten’ wordt uitgelegd als een verruiming van het stakingsrecht. Dat klopt, maar er is ook een keerzijde aan die verruiming. In de rechtspraak is een nieuw gezichtspunt geaccepteerd. Bij de beoordeling of een actie rechtmatig is, mag de ‘schade aan de belangen van de werkgever’ meewegen. Het lijden van schade is inherent aan het voeren van een actie, maar als die schade groot is, kan dat betekenen dat de actie onrechtmatig is. Een voorbeeld hiervan zijn de acties bij KLM in de vakantieperiode. De lagere rechter oordeelde dat een staking in het hoogseizoen op Schiphol vooral vanwege terrorismedreiging (tijdelijk) niet door mocht gaan, maar in hoger beroep werd daar minder aandacht aan besteed door het Gerechtshof Amsterdam. Door het Gerechtshof werden de acties (tijdelijk) verboden vanwege de grote gevolgen voor passagiers, bagage en vluchten. De terrorismedreiging werd slechts zijdelings genoemd.

Er is kritiek op dit arrest van het Gerechtshof Amsterdam. Sommigen menen dat het stakingsrecht nu te snel beperkt wordt. De staking zou niet leiden tot ‘extreme schade’, dus het verbod zou te snel gegeven zijn.  Het arrest laat wel zien dat de belangen van de werkgever bij het verbieden van de staking in belangrijke mate worden afgewogen.

Tot slot

De (scheids)rechter lijkt nu minder harde spelregels  te hebben voor situaties waarin hij móet affluiten. Hij krijgt meer vrijheid om het hele spel te overzien en alle belangen over en weer af te wegen. Is dit in het voordeel van werkgevers? De toekomst zal het uitwijzen!