Overig

Rabobank Rotterdam blijft zichzelf opnieuw uitvinden

572

Leo Peeters Weem werd ruim twee jaar geleden benoemd als directievoorzitter van Rabobank Rotterdam. Rustig is het in die periode nooit geweest. Een gesprek over reorganiseren, het nieuwe ‘dichtbij-gevoel’, zoeken naar samenwerkingsvormen en toekomstverwachtingen.

Het jaar loopt op zijn einde en dat is altijd een mooi moment om eerst even terug te blikken. Welk gevoel overheerst bij Peeters Weem wanneer hij het afgelopen jaar moet samenvatten? En hoe verhield 2016 zich tot 2015? “Het grote verschil met 2015 is dat Rabobank in 2016 een mega-reorganisatie heeft doorgemaakt. Bovenop de 3000 arbeidsplaatsen die de afgelopen jaren verdwenen, werden er nog eens 9000 banen geschrapt. Dat proces is begin 2016 ingezet. In 2017 zal de laatste 20 procent afscheid nemen.” Om de impact van die getallen te duiden, wijst Peeters Weem op SNS Bank en Van Lanschot Bankiers. “Dat zijn qua omvang de vierde en vijfde bank van Nederland. In totaal hebben zij zo’n 4000 mensen in dienst. Ter vergelijking: wij hebben de afgelopen jaren afstand moeten doen van 12.000 medewerkers. Dat is drie keer dat aantal.” In de bankensector is het lang niet altijd hosanna. Veranderd consumentengedrag, strengere eisen van toezichthouders en economische ontwikkelingen noopten Rabobank tot het nemen van impopulaire maatregelen, zoals het schrappen van vele banen. “Het boventallige personeel dat die vervelende boodschap te horen kreeg, heeft zich overigens tot de laatste werkdag optimaal ingezet voor Rabobank. Stuk voor stuk konden zij het tot het einde opbrengen om professioneel en vakkundig door te werken. Dat waardeer ik enorm.” Hoe kan het dat demotivatie in die situatie niet de boventoon voerde? “Omdat iedereen steeds goed is meegenomen in het ‘waarom’ en daardoor de noodzaak snapte van het transformeren naar een kleiner en wendbaarder bedrijf. Het heeft niets te maken met het slecht functioneren van medewerkers, maar met het noodgedwongen inzetten van een nieuwe koers. Daarom hebben velen er sneller vrede mee, al blijft de boodschap natuurlijk niet leuk.” Binnen Rabobank Rotterdam gaat men terug van 650 fte naar 450 fte. “Dat betekent dat straks bijna een derde verdwenen is. Iedereen moet wennen aan die nieuwe situatie. Ik ook. Voorheen had ik als ondersteuning een half leger om me heen, maar daar is ook in gesnoeid. Pijnlijk, want de directiesecretaresse moest na tientallen jaren trouwe dienst ineens op zoek naar een andere baan. Dat laat je niet koud, al uit ik die gevoelens misschien te weinig. Eigenlijk moet ik mijn waardering vaker laten blijken. Gewoon, door eens een compliment te geven en te vragen hoe het gaat.” Peeters Weem weet maar al te goed dat Rabobank zich bevindt in een branche die bezig blijft zichzelf opnieuw uit te vinden en daar dus in mee moet. “Maar een terugschaling van personeel in deze omvang zal niet meer gebeuren. Wat we afgelopen jaar meemaakten, was heel extreem.”

Dichtbij op andere manieren

De grootste opgave voor de komende jaren is om de dienstverlening via virtuele kanalen verder uit te diepen, maar tegelijkertijd klanten het kenmerkende ‘dichtbij-gevoel’ van Rabobank nog steeds te laten ervaren. “Vroeger was dichtbij: op iedere hoek van de straat een filiaal. Nu is dichtbij: bankzaken online regelen. Dat laatste is minder grijpbaar, dus daarom experimenteren we daarnaast met andere vormen van dienstverlening. Wie 80 jaar is of ouder, heeft vaak niet kunnen aansluiten bij de internetgeneratie. Daar spelen wij op in met huisbezoeken, waarbij een adviseur de klant opzoekt in de eigen omgeving, bijpraat en helpt. Daarnaast zijn wij voornemens om de kantoren die we nog hebben vaker te bemannen met specialisten. Nu is het nog zo dat je er als klant geholpen wordt door een frontofficemedewerker die een vervolgafspraak maakt met een specialist. Maar in het kader van flexibel werken en klantgerichtheid pleit ik ervoor om vaker medewerkers vanuit onze kantoren te laten werken. Dat klanten binnenlopen en even drie vragen over een hypotheek kunnen stellen: naar zo’n situatie willen we toe. Overigens niet alleen in onze eigen kantoren, maar ook middels samenwerkingen met nutsgebouwen. Bij CIC Rotterdam in het Groothandelsgebouw hebben we al twee flexplekken gehuurd. Dat werkt heel goed, want de drempel om contact te zoeken is erg laag. Dat concept gaan we dus op meerdere plekken uitrollen.” Want dat klanten, hoe gedigitaliseerd de wereld ook is, behoefte blijven hebben aan persoonlijk contact staat voor Peeters Weem als een paal boven water. “Internet is een medium waarbij het aanbrengen van nuance lastig kan zijn. Voor 99,9 procent van de Nederlanders is de aankoop van een huis de grootste uitgave in hun leven. Beslissen over een passende hypotheek is dan natuurlijk een heel belangrijk iets, waarbij je niet over één nacht ijs gaat. Op zulke momenten moet je er als financieel dienstverlener ook fysiek zijn voor klanten. Het is de juiste combinatie tussen clicks and bricks die het verschil maakt.”

Geen wereld zonder banken

In de veranderde markt met een diversiteit aan klantwensen is traditioneel bankieren passé. Rabobank stelt zich daarom meer en meer op als een financieel regisseur. “Bij financieringsvragen werken we steeds vaker samen met andere partijen. Participatiemaatschappijen en investeerders doen al regelmatig een duit in het zakje en crowdfunding is eveneens een veel voorkomende manier om een financieringsvraagstuk tot een goed einde te brengen. Vanwege de lage rentestand is dat voor velen interessant. Immers, kapitaal op een spaarrekening laten staan levert nauwelijks nog iets op. Daardoor vertrouwen velen zo blind op het platform crowdfunden, dat een financiering soms letterlijk binnen 5 minuten rond is. Toch moet je een risico incalculeren, want innovaties gaan gepaard met risico’s. Lang niet alle ideeën monden uit in een succes. Gok je een paar keer verkeerd? Hoe happig ben je dan nog om mee te blijven doen aan crowdfunding? Dat vraag ik mij oprecht af.” Maar dat er andere vormen omtrent financiering zijn ontstaan, blijft een feit. “Als eerste bank in Nederland hebben wij onlangs twee transacties gedaan waarbij particulieren via de Rabobank meededen met de financiering van bedrijven. Met het oog op de toekomst bieden zulke constructies zeker perspectief. We willen en moeten onszelf steeds opnieuw blijven uitvinden en schromen niet om slimme samenwerkingsverbanden te zoeken. Het Amerikaanse MKB wordt voor 40 tot 45 procent gefinancierd buiten banken om. Zo’n vaart zal het in Nederland niet lopen. Ondanks de opkomst van initiatieven als Apple Pay voorzie ik geen wereld zonder banken. Maar we sluiten de ogen ook niet. Het is juist heel interessant om techbedrijven te adopteren om de transitie van het oude naar het nieuwe bankieren zo goed mogelijk vorm te geven. Zonder integratie kijken hoe je het beste op allerlei ontwikkelingen kan inspelen: daar geloof ik in. Het blijft een kick om als bank goed voor je klanten te zorgen. Nu, en in de toekomst.”

Harder groeien dan het Nederlands gemiddelde

Tot slot zoomt Peeters Weem nog even in op de algemene economische verwachting voor Rotterdam. Hoe kijkt hij daar tegenaan? “De economie blijft groeien, de werkloosheid daalt en het consumentenvertrouwen groeit. Alle stoplichten staan op groen. Toch vind ik dat de Rotterdamse economie meer power nodig heeft om de werkloosheid verder terug te dringen. We komen van ver, maar het moet nog veel beter. Ieder jaar komen er weer duizenden jongeren van school die geen werk kunnen vinden. In de haven wordt ook steeds meer geautomatiseerd. Ik zeg niet dat het per definitie slecht is, maar qua werkgelegenheid kan het zorgelijk zijn. Rotterdam moet er alles aan doen om 1 tot 1,5 procent harder te groeien dan het Nederlands gemiddelde. Wees die voorloper, want daarmee anticipeer je op later. De komende 30 tot 40 jaar krijgen we te maken met een aanhoudende stroom van mensen die zich in Rotterdam willen vestigen, zo is de voorspelling. Die mensen moet je dan echter wel een plek op de arbeidsmarkt kunnen bieden. Ik vind dat het bedrijfsleven ook daarom best wat meer mag investeren in dit gebied. Zeker ondernemers die hier geworteld zijn moeten het als een morele verplichting zien om hier hun rendement terug te verdienen in plaats van in bijvoorbeeld het Ruhrgebied. Dat verdient Rotterdam gewoon.”